Materiaal : Brons
Afmeting 2m40
Sokkel: Duplex RVS 3 m
Het beeld stelt een visser voor die achterover tuimelt, getroffen door het dodelijke geweld van de gendarmerie en de burgerwacht. In het lichaam zijn openingen, als verstilde brandmerken van de kogelgaten die het leven uit hem wegbliezen. De sierlijke gestalte danst op het ritme van de getijden de universele dodendans, grillig als patronen van kellen (watergeulen) in het natte zand.
De sculptuur is een monument als eerbetoon aan de vissers van Oostende en hun families die op 23 en 24 augustus 1887 in opstand kwamen tegen de gevestigde orde omwille van hun armoedige leefomstandigheden. Ze klaagden de oneerlijke concurrentie en broodroof aan die hen in diepe armoede stortten met dodelijke slachtoffers als gevolg.